Direct naar de inhoud.

De Nicolaaskerk

Oude begraafplaats Schoonebeek

Nicolaaskerk

Schoonebeek is ontstaan in het begin van de 13e-eeuw als randveenontginning. De eerste bewoners zijn waarschijnlijk Fries-Groningse kolonisten en zij komen van het gebied ten westen van de Dollard. Van de bisschop van Utrecht, die wereldlijk en kerkelijk heerser is over het Landschap Drenthe, hebben ze toestemming gekregen zich in Schoonebeeker gebied te vestigen. Ze krijgen de beschikking over een deel van de marke van Noord- en Zuidbarge en zo ontstaat de Schoonebeeker marke. Nadat de eerste eenvoudige boerderijen zijn gebouwd wordt al snel een eenvoudig kerkje geplaatst, dat als patroonheilige Sint-Nicolaas krijgt. In die tijd is Drenthe nog katholiek. Hoe dat kerkje er uitziet weten we niet, maar het zal dezelfde constructie als een boerderij zijn. Een geraamte van eenvoudige gebinten, een dakbedekking die op een sporendak rust en de wanden bestaan uit met leem bestreken twijgen.

Houten kerkje 1333

We horen voor het eerst in 1333 officieel over de kerk in Schoonebeek als er sprake is van de kerkmeester Hermannus ‘in Sconenbeke’. Het kerkgebouwtje bestaat uit materialen die al snel om onderhoud vragen. De wanden zijn van houten planken gemaakt, zoals meer in Drenthe voorkomt. En er zijn misschien ook wel drie van die houten kerkjes in de loop van de tijd gebouwd.

Afbraak van de kerk 1951

De bevolking van Schoonebeek groeit en het kerkje wordt te klein. In 1927 wordt opdracht gegeven voor de bouw van een nieuwe kerk. Het oude kerkje staat leeg en raakt in verval. In 1949 doet archeoloog Waterbolk een onderzoek en graaft een paar sleuven. Men wil weten of er op deze plek eerder een kerkje heeft gestaan. Dat blijkt niet zo te zijn. Tien centimeter onder de vloer vindt men alleen een lemen vloer die op een laag turf ligt. Er is geen geld voor de restauratie en eind mei 1951 wordt het gebouwtje afgebroken.